Investeerders 1e kwartaal 2025: particulieren verkochten veel in universiteitssteden
Welke groepen investeerders zijn er op de woningmarkt? Waar kopen of verkopen ze woningen? In welke woningen investeren zij? In dit bericht leest u elk kwartaal de laatste stand van zaken en belangrijke inzichten over investeerders op de woningmarkt.
De 5 belangrijkste conclusies
- In het 1e kwartaal van 2025 verkochten investeerders opnieuw veel meer woningen dan dat ze kochten. Dat verschil nam sinds 2023 toe.
- Vooral particuliere investeerders verkochten veel van hun woningen aan eigenaar-bewoners. Niet eerder werden in een 1e kwartaal zoveel huurwoningen koopwoningen.
- Particuliere investeerders in universiteitssteden verkochten in 1 jaar tijd 3 keer zoveel woningen als dat zij elk jaar kochten tussen 2016 en 2020.
- Ondanks de verkopen van investeerders werd de totale voorraad huurwoningen in Nederland maar iets kleiner. Dit kwam doordat bedrijfsmatige investeerders woningen bouwden en verbouwden.
- Particuliere investeerders kochten ook nog wel koopwoningen, maar verlegden hun aandacht naar de duurdere woningen.
Verkopen stegen opnieuw harder dan aankopen
- Investeerders verkochten opnieuw veel meer woningen dan dat ze kochten. Het verschil nam sinds 2023 toe. Van invloed daarop zijn onder andere: de verhoogde overdrachtsbelasting, de invoering van de opkoopbescherming, de Wet betaalbare huur en de box 3-regels.
- Het aantal verkopen lag in het 1e kwartaal van 2025 37% hoger dan een jaar geleden.
- Het aantal aankopen is na het dal in 2023 langzaam weer toegenomen. Het aantal aankopen was ruim 24% hoger dan een jaar geleden. Bij ruim driekwart daarvan ging het om transacties tussen investeerders onderling.
- In het 1e kwartaal van 2025 nam het aantal aan- en verkopen af vergeleken met het 4e kwartaal van 2024. Dit gebeurt bijna elk jaar in het 1e kwartaal. Om de trend van de lange termijn beter in te schatten, kijken we naar het gemiddelde van de laatste 4 kwartalen. Zo worden de cijfers minder beïnvloed door dalingen en stijgingen die elk jaar op dezelfde momenten terugkomen.
Figuur 1: Ontwikkeling van de trend in het aantal aan- en verkopen van investeerders.
Bron: Kadaster
Open toegankelijk ods-document met data van figuur 1
Particuliere investeerders kochten nauwelijks nog koopwoningen
In dit onderdeel kijken we alleen naar transacties waarbij 1 woning wordt verkocht: van koop naar huur, of van huur naar koop.
- Investeerders kochten veel minder woningen van eigenaar-bewoners dan een paar jaar geleden. In het 1e kwartaal van 2025 ging het om zo’n 550 woningen. Ter vergelijking: particuliere investeerders kochten in de jaren tot 2021 per kwartaal nog 4 tot 5 keer zoveel woningen van eigenaar-bewoners.
- In het 1e kwartaal van 2025 verkochten particuliere investeerders 3.500 woningen aan eigenaar-bewoners die er zelf in gingen wonen. Dat was 37% meer dan een jaar geleden. Zoveel waren het er niet eerder in een 1e kwartaal.
- Bedrijfsmatige investeerders verkochten 2.425 woningen aan eigenaar-bewoners in het 1e kwartaal van 2025. Zij kochten 525 woningen van eigenaar-bewoners. Bedrijfsmatige investeerders verkochten altijd al meer aan eigenaar-bewoners dan dat zij van hen kochten. Dat komt omdat bedrijfsmatige investeerders ook nieuwe woningen bouwen en die vervolgens verkopen.
Figuur 2. Ontwikkeling transacties tussen eigenaar-bewoners en particuliere en bedrijfsmatige investeerders. In dit figuur staan 2 stromen. De stroom van huur naar koop laat zien dat investeerders woningen verkopen aan mensen die er zelf in gaan wonen: huurwoningen worden koopwoningen. De stroom van koop naar huur is het omgekeerde: koopwoningen worden gekocht om te verhuren.
Bron: Kadaster
Open toegankelijk ods-document met data van figuur 2
Particuliere investeerders kozen voor duurdere woningen
In dit onderdeel kijken we naar de gemiddelde koopsom van woningen die investeerders kopen van eigenaar-bewoners. Hierbij kijken we alleen naar transacties waarbij 1 woning wordt verkocht.
- Net als op de rest van de woningmarkt steeg de gemiddelde koopsom ook voor investeerders verder. Tot 2023 betaalden bedrijfsmatige investeerders gemiddeld meer dan particuliere investeerders. In 2023 veranderde dit. Sinds 2024 betaalden particuliere investeerders gemiddeld meer dan bedrijfsmatige investeerders.
- Bedrijfsmatige investeerders betaalden in het 1e kwartaal van 2025 gemiddeld € 530.000 voor een woning gekocht van eigenaar-bewoners. Dat was 16% meer dan 1 jaar eerder.
- Particuliere investeerders betaalden gemiddeld € 700.000. Dat was 35% meer dan 1 jaar geleden. En zelfs 79% meer dan 2 jaar geleden. Zij verlegden dus duidelijk hun aandacht naar de duurdere woningen, waarbij minder regels gelden om te verhuren.
Figuur 3: Ontwikkeling gemiddelde koopsom betaald door investeerders.
Bron: Kadaster
Open toegankelijk ods-document met data van figuur 3
Investeerders bleven goedkope woningen verkopen
In dit onderdeel kijken we naar de gemiddelde koopsom die eigenaar-bewoners betaalden aan investeerders. Het gaat dus om woningen die van huur naar koop gingen.
- De woningen die eigenaar-bewoners kochten van investeerders waren goedkoper dan de woningen die ze kochten op de gehele woningmarkt. Dit komt bijvoorbeeld doordat investeerders kleinere woningen of woningen met een minder goed energielabel verkochten.
- In het 1e kwartaal van 2025 betaalden eigenaar-bewoners gemiddeld € 380.000 voor een woning die zij kochten van een investeerder. Dat was 3% hoger dan 1 jaar geleden.
- Op de hele woningmarkt betaalden eigenaar-bewoners gemiddeld € 470.000 voor een woning. Het verschil tussen wat ze betalen aan investeerders en wat ze betalen op de hele woningmarkt is verder toegenomen.
- Vooral koopstarters kochten woningen van investeerders. Koopstarters kochten ongeveer twee derde van de woningen die investeerders in het 1e kwartaal van 2025 verkochten aan eigenaar-bewoners.
- Koopstarters betaalden gemiddeld € 340.000 voor een woning die zij kochten van een investeerder. Dat was lager dan de € 440.000 die doorstromers betaalden.
Figuur 4: Ontwikkeling gemiddelde koopsom betaald door eigenaar-bewoners op de gehele markt en voor de verkopen van investeerders.
Bron: Kadaster
Open toegankelijk ods-document met data van figuur 4
Investeerders hebben iets minder woningen in bezit
- 9,2% van alle woningen in Nederland (de woningvoorraad) was op 1 april 2025 in bezit van investeerders, in totaal 764.700 woningen. Dit was 1 jaar geleden nog 9,3%.
- De afname kwam doordat particuliere investeerders zo’n 19.000 minder woningen in bezit hadden dan 1 jaar eerder. Het aandeel woningen van particuliere investeerders daalde van 3,9% naar 3,6%.
- Bedrijfsmatige investeerders kregen er in dezelfde periode bijna 17.000 woningen bij. Hun aandeel groeide van 5,5% naar 5,6%. Vooral het bezit van grote bedrijfsmatige investeerders groeide. Dit komt doordat zij woningen bouwden of kantoren verbouwden tot woningen.
Figuur 5: Aandeel woningvoorraad per 1 april 2024 en 2025 in bezit van investeerders.
Bron: Kadaster
Open toegankelijk ods-document met data van figuur 5
Investeerders kochten weinig in universiteitssteden
Voor deze gegevens kijken we naar de aankopen en verkopen van investeerders in universiteitssteden. Het gaat hierbij om de 1-woningtransacties: van koop naar huur en van huur naar koop.
- Er is veel maatschappelijke aandacht of er voldoende woningen beschikbaar zijn voor studenten. Onder andere vanwege de vraag of de wetgeving verhuurders ontmoedigt om hun panden te blijven verhuren.
- Particuliere investeerders verkochten in de universiteitssteden 1.200 woningen. Dat was 33% meer dan een jaar eerder. In heel Nederland verkochten zij 37% meer dan 1 jaar geleden. Ook in de kwartalen hiervoor was de stijging van verkopen in de universiteitssteden minder groot dan de landelijke stijging.
- Bedrijfsmatige investeerders verkochten in de universiteitssteden bijna 700 woningen. Dit is ongeveer de helft meer dan een jaar eerder. Landelijk verkochten zij 35% meer dan een jaar eerder. Ook in de kwartalen hiervoor was de stijging in de universiteitssteden sterker dan landelijk.
- De laatste 4 kwartalen verkochten particuliere investeerders ruim 5.000 woningen meer dan zij aankochten. In de periode van 2016 tot en met 2020 kochten particuliere investeerders per jaar gemiddeld nog 1.700 woningen meer dan dat ze verkochten.
Figuur 6: Ontwikkeling transacties tussen eigenaar-bewoners en particuliere en bedrijfsmatige investeerders in universiteitssteden.
Bron: Kadaster
Open toegankelijk ods-document met data van figuur 6
Bedrijfsmatige investeerders bezitten meer woningen, particuliere minder
- Investeerders bezitten in universiteitssteden relatief meer woningen dan investeerders gemiddeld in heel Nederland bezitten. Van alle woningen in universiteitssteden is 17,2% in handen van een investeerder. Dat zijn totaal ruim 295.000 woningen. Landelijk bezitten investeerders 9,2% van alle woningen.
- Grote bedrijfsmatige investeerders bezitten 10,3% van alle woningen van investeerders in Nederland. Een jaar geleden was dit 9,7%. Bedrijfsmatige investeerders bouwen nieuwe woningen, maar verbouwen ook oudere gebouwen.
- Particuliere investeerders hebben in de universiteitssteden een aandeel van 6,2%. Dat zijn ruim 107.000 woningen; dat zijn er ruim 7.000 minder dan vorig jaar.
- De gemiddelde oppervlakte van de nieuwe woningen in universiteitssteden van grote bedrijfsmatige investeerders is ongeveer 60 m2. Dit is kleiner dat de gemiddelde oppervlakte van de woningen die particuliere investeerders verkopen: ongeveer 90m2. Hierdoor komt er minder woonruimte voor studenten bij.
Figuur 7: Aandeel woningvoorraad per 1 april 2024 en 2025 in bezit van investeerders.
Bron: Kadaster
Open toegankelijk ods-document met data van figuur 7
Begrippen en uitleg
In dit kwartaalbericht onderscheiden wij 5 typen investeerders:
- Particuliere investeerder: een particulier (natuurlijk persoon) die niet in de woning woont en 3 of meer woningen bezit.
- Bedrijfsmatige investeerder: een niet-natuurlijk persoon die woningen bezit, zoals een bedrijf. Maar die geen woningcorporatie of overheidsorganisatie is.
- Kleine investeerder:
- Particulier: een investeerder die minstens 3 en maximaal 9 woningen bezit.
- Bedrijfsmatig: een investeerder die maximaal 9 woningen bezit.
- Grote investeerder: een investeerder die 10 of meer woningen bezit.
Universiteitssteden: Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Eindhoven, Tilburg, Groningen, Enschede, Wageningen, Delft, Maastricht en Leiden.
Over het onderzoek
- Dit Kadaster Kwartaalbericht investeerders is geschreven door Frank Harleman, Marion Plegt, Diane Stiemer en Matthieu Zuidema.
- Of iemand een investeerder is, staat niet in de transportakte van de woning. Wij herkennen investeerders in onze registratie op basis van bepaalde kenmerken, zoals hun totale eigendom. We spreken daarom ook van een indicatie investeerder.
Meer Informatie
Contact
- Wilt u meer weten over dit onderzoek of de woningmarkt? Neem dan contact op met onze expert woningmarkt Matthieu Zuidema. Contactgegevens vindt u op de pagina Expert woningmarkt Matthieu Zuidema.
Andere onderzoeken
- Meer onderzoeken van het Kadaster over de woningmarkt vindt u op de pagina Onderzoeken.
- Het Kadaster publiceert ook komende maanden weer interessante onderzoeken. Bijvoorbeeld naar ontwikkelingen op de woningmarkt of in agrarisch grondgebied. Bekijk alle aankomende publicaties in onze Publicatieplanning.
- Iedere maand publiceren wij cijfers over onder andere woningverkopen in ons Vastgoeddashboard. In dit dashboard vindt u grafieken en tabellen voor heel Nederland en per provincie. Ga naar het Vastgoeddashboard.
Kwartaalbericht Woningmarkt
- Ieder kwartaal publiceren wij ook de belangrijkste cijfers en ontwikkelingen op de pagina Kwartaalberichten woningmarkt.
- Wilt u het Kwartaalbericht woningmarkt per mail ontvangen? Schrijf u dan in via het aanmeldformulier.